Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En ook [31]aangaande de Levieten, [32]dat zij den tabernakel, noch enig van deszelfs gereedschap, tot deszelfs dienst [behorende], niet [meer] zouden dragen. 31. Te weten, had David gezegd. 32. Deze last was hun opgelegd, Num.4:, doch niet langer dan de tabernakel van de ene plaats tot de andere moest verzet en verdragen worden. Hier geeft dan David reden, waarom hij den Levieten anderen last heeft opgelegd in of omtrent den tempel dan zij hadden omtrent den tabernakel, die somtijds verplaatst werd; hetwelk niet geschiedde nadat God een zekere plaats verkoren had, waar Hij voortaan gestadig wilde gediend wezen. En dewijl de Levieten nu omtrent den tempel zwaarderen last en dienst zouden hebben, dan toen de tabernakel er nog was, zo heeft men tot die bediening meer personen moeten gebruiken, en daarom tot dezen dienst laten komen, die twintig jaren oud waren en daarboven, vs.24.